maandag 23 april 2018

Hiep hiep in de gloria voor Riet en Kobus

Stralende zon, blauwe lucht, Riet en Kobus in alle pracht op tafel, meer heb ik vandaag niet nodig. Ik zit in de tuin na te genieten van wat ik dit weekend weer heb meegemaakt. Twee weken terug schreef ik dat ik twee vogels had gemaakt bij het eerste deel van de workshop Raku stoken door Marja Fokker-Los van Atelier de Specht. Gisteren reden Ria en ik vol spanning naar Sint Annaparochie om daar de hele dag verder te werken aan onze inmiddels biscuitgebakken werkstukken. 

Marja stuurde eerder deze week al een foto van onze werkstukken. Alles is heel uit de oven gekomen, dus dat is een zorg minder. Riet en Kobus zonder hoofd, daar werd ik een beetje misselijk van.

Het weer is zo mogelijk nog mooier dan bij de vorige sessie. De werktafel staat in de tuin, dat maakt het wat mij betreft extra bijzonder. Buiten werken met het weidse uitzicht waar Marlinde en haar gezin elke dag van mogen genieten is een feest. We zuigen de informatie over glazuren op en bedenken welke kleur of kleuren we willen gebruiken. (Behalve ik, ik heb zelfs al gevraagd of Marja de kleur die ik in gedachten heb ook heeft. Noem het voorbereiding ;-).) Riet en Kobus staan in hun blootje verwachtingsvol op tafel te wachten. Maar eerst komt het naamloze bakje aan bod. Rood met wit wordt 'ie. En zwart op de plekken waar geen glazuur komt. Terwijl in aan het werk ben, merk ik dat ik hem steeds leuker begin te vinden. Tijd voor een naam: studie in zwart, wit en rood. Want, als hij uit de Raku-oven komt en ik hem heb schoongeboend, ben ik weg van het prachtige craquelé dat tevoorschijn komt. Zelfs thuis pak ik hem steeds even op om hem even van dichtbij te bekijken. 

Na wederom een heerlijke (buiten)lunch kunnen we verder met de volgende bak. Terwijl ik Kobus voorzie van een laagje nu nog lichtgrijze vloeistof bedenk ik dat ik op zijn staart een stukje glazuurloos laat. Kobus is een ondernemende kleuter. Riet moet hem regelmatig bij zijn staart vasthouden, omdat hij er vandoor dreigt te gaan. Aan de onderzijde krijgt hij een heel dun laagje glazuur. Dat wordt dan transparanter, minder fel van kleur. Hoop ik. Babyvogels krijgen niet meteen hun mooie kleuren toch? Riet krijgt een kaal zitvlak. Terwijl ze 's avonds de gaten in Kobus' jasjes en broekjes repareert, zit ze billendraaiend in het hooi. Dat kleine aapje vreet van alles uit. Ze heeft heel wat om over na te denken. Je veren slijten van dat gedraai. Kleine vogels, kleine zorgen; grote vogels..., maar daar wil ze nog maar niet aan denken.

Om me heen hoor ik steeds meer medecursisten hardop tegen en over hun werkstukken praten. Het werkt echt, als je hardop nadenkt, wordt het resultaat mooier. Je bent je bewuster van waar je mee bezig bent en waar je er mee naartoe wilt denk ik. In een gloeiendheetgestookte oven smelt het glazuur en krijgt het werk kleur. Kobus en Riet zijn diep-donkergroen. Daarna worden ze in een metalen vuilnisvat vol zaagselkrullen gelegd. Door hun hitte vliegt het zaagsel in brand. De rook die vrijkomt vult de ieniemienie breukjes in het glazuur en beroet de ongeglazuurde delen. Als de werkstukken uit het zaagsel komen, worden ze voorzichtig gekoeld en mag ik aan de bak. Alle roet moet met behulp van staalwol, schuurmiddel en zelfs aarde uit de tuin weggeboend worden. Dat is best een klus. 

Onder de dikke laag zwartheid komen juweeltjes van vogels tevoorschijn. Schitterend groen en glanzend koper, ik ben sprakeloos. Ook de stukken van mijn medecursisten zijn fantastisch mooi geworden. Glazuur is toverpoeder. 

Het klinkt zo afgezaagd, maar ik word er echt gelukkig van. Twee dagen met een leuke groep mensen bezig zijn met het creëren van allerlei moois. Genieten van het gezelschap en van de prachtige plek. Ik zou zomaar verslaafd kunnen raken aan die combi. Riet, Kobus en studie in rood, wit en zwart krijgen een mooi plekje in de woonkamer. Een blijvende herinnering aan hele fijne dagen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten